zondag 18 september 2016


Het gouden ei
Rex Hofmans vriendin, Saskia, verdwijnt spoorloos bij een Frans benzinestation, terwijl ze met Rex een benzinestop maakt. Ze ging even wat te drinken halen en kwam niet meer terug. Niemand weet waar ze is. Rex is hier kapot van en gaat zelf op onderzoek uit. Hij moet erg denken aan nachtmerries die ze vaak had. Ze droomde dat ze in een gouden ei door het heelal zweefde, en slechts daaruit kon ontsnappen indien haar ei een tweede gouden ei zou ontmoeten. Maar het heelal is zo groot.

Raymond Lemorne is een scheikundeleraar. Hij is al zijn hele leven bezig met van alles uit te proberen, en nadat hij een kind heeft gered van een verdrinking vraagt hij zich af of hij ook een moord zou kunnen plegen

Acht jaar nadat Saskia is verdwenen komt Rex opnieuw in Frankrijk, met zijn nieuwe vriendin Lieneke. Hij vertelt haar hoe hij zich voelt over Saskia en begint kort daarna een campagne om haar te vinden. Op een dag neemt Raymond Lemorne contact met Rex op. Hij is bereid te praten, mits Rex bereid is hetzelfde als Saskia te ondergaan. De leraar neemt hem mee naar het benzinestation waar hij Rex een slaapmiddel geeft, en hem uitlegt wat hij gedaan heeft terwijl ze wachten tot het middel begint te werken. Hij legt Rex uit dat hij geobsedeerd was door het plegen van de perfecte misdaad, en vertelt hoe hij het meisje had meegelokt en met zelfgemaakte chloroform had bedwelmd. Dan valt Rex in slaap en ondergaat dezelfde nachtmerrie als Saskia. Hij wordt wakker in een doodskist en raakt in paniek wanneer hij begrijpt dat hij, net als Saskia, levend begraven werd. Niemand op aarde weet waar de twee zijn, ze lijken van de aardbol verdwenen. 


Het gouden ei vond ik eigenlijk maar een vaag boek. Dat komt omdat het perspectief wisselt en omdat er veel lastige woorden werden gebruikt. Soms had ik gewoon geen idee wat ik had gelezen. Dat het perspectief wisselt maakt het ook wel weer spannend vind ik, want ik wil graag begrijpen hoe het zit, maar door de stijl van Tim Krabbé lukte dat meestal niet. Het onderwerp vind ik best origineel, ik begrijp niet hoe Krabbé dit heeft kunnen bedenken. Of ik het geloofwaardig vind weet ik niet, want het is nogal toevallig allemaal. Soms begreep ik niet waarom sommige personages in het boek voorkwamen, zoals de Fransen waarmee Rex badmintonde, en de functie van Lieneke en Sandra is voor mij ook onduidelijk. Het is een niveau 3 boek, en ik denk dat niveau 2 net iets beter bij mij past. 


zondag 11 september 2016


Leesautobiografie

Vroeger, toen ik klein was werd ik 's avonds voor het slapen voorgelezen door mijn ouders. Meestal was het mijn moeder die dat deed. Ze las me voor uit bijvoorbeeld Jip en Janneke en Lotje op het potje. Mijn lievelingsboek heette Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft.

Op de basisschool werd ook wel eens voorgelezen, maar niet elke leraar deed dat. In de kleuterklassen waren het vooral boeken met veel plaatjes, zoals rupsje nooitgenoeg. Toen ik in groep 5/6 zat las onze meester ons voor uit boeken die gingen over de boze heks en de dieren uit het bos. Ik vond die boeken zo leuk dat ik naar de bibliotheek ben gegaan en ze daarna ook zelf thuis ben gaan lezen. In groep 6/7 begon ik met de Hoe overleef ik...- serie van Francine Oomen. Ik heb ze allemaal gespaard en de hele serie minstens 3 keer gelezen. De boeken van Carry Slee heb ik vooral veel gelezen toen ik in groep 8 zat. Ik las best veel en ging regelmatig naar de bibliotheek.

Bij ons thuis wordt ook wel gelezen. Mijn ouders hebben er vaak geen tijd voor, maar ze vinden het wel leuk en doen het meestal in de zomervakantie. Mijn oudste broertje heeft de serie van Het leven van een loser gespaard, en die ook al een paar keer gelezen. Mijn andere broertje heeft taalproblemen dus voor hem is lezen erg lastig. Hij vindt het daarom ook niet zo leuk. Bij ons thuis praten we wel eens over boeken, omdat mijn broertje het lezen moet oefenen. Vorig jaar vroeg ik mijn moeder of zij nog leuke boeken had en toen gaf ze me Bloemen op zolder. Ze had de Dollanganger-serie bewaard en die heb ik toen gelezen. Het waren oude boeken uit mijn moeders tijd, maar ik vond ze best leuk.

Op de middelbare school moesten we boekverslagen maken. In de eerste en tweede klas was het maar
1, maar vorig jaar in de derde klas moesten we er 2. Van het eerste boek moesten we onze uitgebreide mening geven, en bij het tweede boek moesten we een verwerkingsopdracht maken. In de eerste klas begon ik aan de Hunger games. Die serie heb ik meerdere keren gelezen. Ik leende ze van een meisje uit mijn klas of haalde ze bij de bibliotheek. Het laatste boek heb ik nu zelf. De Twilight Saga las ik in de tweede klas, maar die vond ik toch minder leuk dan de Hunger games.

Mijn persoonlijke top-5 vind ik best moeilijk. Ik heb veel boeken gelezen, maar veel daarvan ben ik ook alweer vergeten, omdat ze dus niet genoeg indruk op me hebben gemaakt. Op nummer 1 staat toch de Hunger games, omdat ik het verhaal na 5 keer te hebben gelezen nog steeds heel bijzonder vind, en ik heel erg meeleefde met de hoofdpersoon. Die serie bestaat uit 3 boeken, dus dan hoef ik er nog maar 2. Het boek Joël heeft ook wel indruk gemaakt dus die zet ik op nummer 4. Het verhaal was heel spannend en ik had het einde nooit kunnen voorspellen. Ik vind het soms zo knap hoe iemand zo'n ingewikkeld verhaal goed weet te beschrijven. The fault in our stars zet ik op nummer 5. Het boek was zo bekend dat ik het zelf wou hebben en ik vind het onderwerp heel bijzonder.

Ik denk dat ik tussen niveau 2 en 3 zit want ik herken dingen van beide niveaus. Ik vind het fijn om personages, situaties en gebeurtenissen in een boek te herkennen maar ik wil ook wel nieuwe werelden ontdekken en aan het denken worden gezet. Als het boek hier en daar ingewikkeld in elkaar zit vind ik dat juist interessant, hoewel ik een open einde soms wel frustrerend vind.

Via lezen voor de lijst ga ik dit jaar boeken zoeken, en ik heb er al een paar gevonden die me aanspreken. De belofte van Pisa zou ik willen lezen omdat het zich afspeelt in een hele andere wereld en Passievrucht wil ik lezen omdat het vol staat met onbeantwoorde vragen, waar ik graag het antwoord op zou willen weten. Van mijn docent Nederlands verwacht ik dat hij ons tips kan geven
over welke boeken we zouden kunnen lezen en dat hij ons kan motiveren om te lezen.