zondag 9 september 2018

Vwo 6, boek 2

A.F.Th van der Heijden
Tonio

Samenvatting
In de proloog vertelt A. F. Th. Van der Heijden (Adri) dat hij bij het aangeven van zijn zoon Tonio bij de Burgerlijke Stand in Amsterdam op 16 juni 1988 vergeten is de achternaam van zijn vrouw Rotenstreich op te geven als tweede voornaam van zijn pasgeboren zoon Tonio. Dat had hij haar namelijk wel beloofd en het zou een eerbetoon zijn aan de joodse familie die voor een groot deel in de Tweede Wereldoorlog werd uitgemoord door de nazi’s. Eigenlijk had het echtpaar Van der Heijden verwacht dat het een dochter zou krijgen. Dan besluiten ze de zoon te noemen naar de hoofdpersoon van de roman van de Duitse schrijver Thomas Mann, “Tonio Kröger”. Mirjam is namelijk tijdens haar zwangerschap bezig met een vergelijkende studie van dit boek van Mann.
Door de zenuwen van Adri en de handelwijze van de ambtenaar van de Burgerlijke Stand vergeet Adri de tweede naam op te geven.

Het is zondag 23 mei 2010: Eerste Pinksterdag. De schelle bel gaat in huize Van der Heijden. Adri zou die dag aan zijn 100 dagen werkschema beginnen: voor de nieuw te schrijven roman “Kwaadschiks”. ’s Nachts is Adri wakker geworden met een naar voorgevoel: hij wijt het aan de overvloedige maaltijd met heel veel knoflook van de dag ervoor. Of heeft hij toch te veel gedronken?
Maar de dag zal heel anders gaan verlopen dan hij aanvankelijk dacht. Voor de deur staan namelijk twee agenten die hem komen vertellen dat zijn zoon Tonio slachtoffer is geworden van een verkeersongeluk en in kritische toestand is overgebracht naar het AMC. De automobilist heeft zelf de politie gebeld en heeft zoals het er in eerste instantie naar uitziet niet gedronken. Het ongeluk gebeurt om ongeveer 04.30 in de morgen, in de buurt van het Vondelpark. Tonio was op weg naar het huis van zijn vriend Jim. De politie zal hen naar het ziekenhuis brengen.
Tijdens de rit overdenkt Adri in flashbacks hoe hij dertig jaar geleden ooit de moeder van Tonio, Mirjam Rotenstreich, heeft ontmoet en dat hij zeker wist dat hij die vrouw wilde hebben (D&GA = Deze en geen Ander). Ook vertelt hij over de kinderwens die hij had om met haar een kind te krijgen. Op 4 oktober 1987 weet hij Mirjam zover te krijgen dat ze aan een kind gaan beginnen en een maand later weten ze via een zwangerschapstest dat ze in verwachting is.
Ook overdenkt Adri dat Tonio tot zijn twintigste thuis is blijven wonen en dat hij de eerste twee jaar niet veel ambitie heeft getoond met studeren. Drie dagen voor zijn ongeluk was hij komen vragen of hij een meisje in hun huis mocht fotograferen, want zij wilde fotomodel worden en hij had aangeboden een proefsessie van haar te maken. Hij volgde immers een beroepsopleiding fotografie. Adri en Mirjam gaan daarvoor speciaal het huis uit en wanneer ze terugkeren, is de fotosessie al achter de rug.

Nog steeds in de politieauto denkt Adri aan de rit die hij met Mirjam en de verloskundige heeft gemaakt, toen Tonio geboren moest worden. Mirjam had al ontsluiting en de verloskundige had hen ook nog eens bij het verkeerde ziekenhuis afgezet. Zo was Tonio in het Slotervaartziekenhuis ter wereld gekomen en niet in het VU, zoals dat afgesproken was. De bevalling verloopt niet heel erg soepel. Dan blijkt het ook nog een jongetje te zijn. Vanaf het eerste moment voelt vader Adri dat hij zijn zoon tegen alle onheil moet beschermen. Wanneer hij een keer gaat wandelen in Amsterdam, namelijk op de dag dat het Nederlands elftal wordt gehuldigd voor het behalen van het EK 1988, gaat hij snel terug naar huis, omdat hij bang is dat zijn pas geboren zoon iets zal overkomen. Wanneer ze in het AMC aankomen, horen ze van een trauma-arts dat Tonio niet alleen ernstige inwendige verwondingen heeft, maar ook ernstig hersenletsel heeft opgelopen. Ze zijn op de OK al uren bezig om hem te opereren. Mirjam voelt op dat moment al aan dat het verkeerd gaat aflopen.

Adri heeft bij de jongen al vanaf de geboorte het verlammende idee gehad dat hij hem tegen alle onheil zal moeten behoeden. Als je als vader daarin slaagt, ben je succesvol. Anders faal je. Zo is hij bang tijdens een busreis naar Frankrijk waar ze een vakantiehuis (schoolhuis) hebben gehuurd, dat de chauffeurs in slaap vallen. Als hij gaat fietsen met de kleine Tonio voorop, is hij bang dat hij uit het fietsstoeltje zal kukelen. Zeker wanneer je een helling afgaat, zoals in Frankrijk vaak gebeurt. Later leest hij in de krant dat dit ook echt kan gebeuren. Hij is ook bang dat Tonio in het water zal vallen, wanneer hij met zijn vader de eendjes zal voeren. Kortom, Adri is erg bang voor zijn zoon om te kort te schieten in zijn beschermende rol. Detail in dit hoofdstuk is dat Tonio in Frankrijk tijdens de vakantie kennismaakt met de Rotterdamse familie Van Persie. Daar is o.a. de 6-jarige Robin van Persie (de later zo bekende voetballer) bij: een nogal stuurs jongetje dat roekeloze dingen doet. Later vallen de twee levens weer samen, zoals in het Tweede Boek blijkt. Maar de twee zusjes Van Persie zijn stapelgek op de kleuter Tonio.

Adri vertelt ook over zijn eerste huwelijkscrisis met Mirjam. Hij is een nukkige schrijver die steeds een bepaalde ruimte nodig heeft om zijn uitvoerige romans te kunnen schrijven. In zo’n periode van creativiteit is hij niet gemakkelijk in de omgang. Mirjam krijgt in die periode dan ook een andere vriend (die Adri "Our man in Africa” noemt). Ze wil die relatie op een bepaald moment verbreken, omdat ze toch veel van Adri houdt. Op de avond dat ze dit doet, wordt haar tas gestolen waarin de huissleutels zitten. Ze laat diezelfde avond een nieuw slot in de huisdeur aanbrengen, waardoor Adri het huis niet in kan en hij denkt dat ze met haar minnaar ligt te rollebollen. Toch wordt die avond haar overspelige relatie verbroken.

Drie weken voor het ongeluk gebeurde, was er een ouderavond voor de studenten waarvoor Adri en Mirjam ook door Tonio zijn uitgenodigd. Maar Tonio nonchalant als hij was, had de laatste berichten op zijn mail niet goed gelezen en daardoor waren ze slechts met zijn drieën overgebleven. Ze hadden echter heel gezellig met elkaar zitten eten.

In het AMC is inmiddels ook de zus van Mirjam, Hinde Rotenstreich, gearriveerd. De neurochirurg komt hun vertellen dat het vechten tegen de verwondingen van Tonio een hopeloze zaak is en dat Tonio op IC nog beademd wordt, maar dat ze die binnen enige tijd zullen stoppen.Wanneer ze op IC komen, ligt Tonio nog aan de beademing. Maar er lijkt even een korte verbetering te komen, waaraan ze zich vastklampen. Dan wordt de mechanische beademing stopgezet en kort daarna sterft Tonio. Mirjam en Adri zijn erbij. De politiearts moet foto’s maken van zijn verwondingen en dan ziet Adri toch weer een overeenkomst met de geboorte van Tonio. Toen had de verpleegkundige namelijk ook Polaroidfoto’s gemaakt van de boreling. Tonio’s lijk zal naar het mortuarium van het AMC worden overgebracht. Mirjam wil met haar zus Hinde haar ouders gaan inlichten. Haar vader Natan is maar liefst 97 jaar en is van Joodse afkomst. Maar hij is nog best bij de tijd en ze kan goed met hem opschieten. Hij leeft gescheiden van zijn vrouw Wies, die slecht met haar dochter Mirjam overweg kan. Mirjam vindt haar een aanstelster en aandachttrekster. Adri heeft geen ouders meer: hij belt naar zijn broer (die in Spanje zit met een vrouw en een baby Daniël) en zijn zus (die kanker heeft). De broer belooft meteen in het vliegtuig te stappen. Als Mirjam en Hinde terugkomen van hun ouders hebben ze drank en valium nodig om in slaap te komen.

Adri vertelt over een situatie in de tuin van hem en Mirjam. Er was toen ze het huis kochten een blinde muur te zien, waartegen de laatste jaren een veel te grote klimop was gegroeid. Herhaaldelijk was door o.a. zijn broer gezegd dat de klimop moest worden gesnoeid, omdat hij anders van de muur kwam zetten, met alle mogelijke gevolgen van dien. Het gebeurt op 15 september 2010, wanneer Mirjam boodschappen aan het doen is. Ze vraagt meteen naar de katten van Tonio. Adri ziet ze eerst niet waardoor het kan zijn dat ze onder de takken liggen, Maar uiteindelijk is dat gelukkig niet het geval. De katten hebben het overleefd, maar Adri en Mirjam kijken vanaf dat moment weer tegen de lelijke, blinde muur aan.

Op Tweede Pinksterdag moet Adri al de begrafenis gaan regelen. Ze willen een korte en sobere plechtigheid houden. Ook hebben Adri en Mirjam besloten niet meer naar het dode lichaam in de kist te kijken. Ze willen de beeltenis van Tonio in hun herinnering hebben zoals die in het ziekenhuis was. Ze sturen naar een kleine groep vrienden en familieleden een eigen rouwbrief rond waarin een foto van Tonio verkleed als Oscar Wilde is ingesloten. Op de vrijdag erna houdt Adri een korte rede bij het graf en zijn broer houdt een wat grotere toespraak over het leven van zijn boeiende neef. Tijdens de begrafenis vraagt Adri zich af of hij er goed aan gedaan heeft om weinig mensen uit te nodigen. Het fotomeisje met wie hij op de laatste zaterdagavond voor zijn dood had afgesproken, had er toch ook moeten zijn. Maar ze weten niet wie dat meisje is geweest. Zijn vrienden kennen het meisje ook niet bij naam. Tonio en zij zouden naar Paradiso gaan en Adri stelt zich dus steeds voor hoe die laatste avond verlopen moet zijn. Hij wil haar graag leren kennen, omdat hij de reconstructie van de laatste uren van zijn zoon in kaart wil brengen.

Er is een nazit met borrel bij de Van der Heijdens thuis. Oma Wies ziet het helemaal niet meer zitten en wil ook dood en bij Tonio zijn. De pers hebben ze mooi om de tuin weten te leiden. De rouwadvertenties komen pas op de dag van de begrafenis in de krant. De eerste dagen is het geheugen van Mirjam een zeef: ze kan zich eenvoudige dingen niet herinneren. Adri’s eerste symptomen van zijn rouw zijn o.a. de angst om bekenden te ontmoeten. Hij gaat vrijwel niet naar buiten. De familie krijgt veel rouwbrieven en Adri en Mirjam maken die op een kinderboerderij buiten de stad (om maar niemand te zien) open. Soms is er steun te halen uit de brieven, soms ergeren ze zich dood aan de clichés.

Adri herinnert zich dat hij zelf aan een auto-ongeluk is ontsnapt, toen hij op weg naar zijn school was. Zijn moeder was er altijd bang voor geweest. Hij vraagt zich af waarom zijn zoon door het noodlot getroffen is en hij toen wel aan de dood ontsnapt was. Hij wil vanaf dat moment weten wat er precies op de laatste zaterdagavond is gebeurd. Een van Tonio’s vrienden is Dennis. Die heeft Tonio de laatste zaterdag gezien. Ze zijn echter niet naar Paradiso geweest en het fotomeisje was er helemaal niet bij. Wel een ander meisje, Goscha. Ze hadden nog wat gedronken en gedanst. Daarna was Goscha met Dennis meegegaan en was Tonio naar het huis van zijn vriend Jim gefietst, maar daar was hij dus niet aangekomen. Een andere vriend van Tonio is er intussen via Facebook achter gekomen dat het fotomeisje Jenny heet. Adri wil dat ze wordt opgespoord, want hij wil weten waarom ze niet naar Paradiso zijn gegaan. De volgende ontmoeting van Adri en Mirjam is met het meisje Goscha. Zij vertelt ongeveer hetzelfde verhaal als Dennis heeft gedaan. Ze zijn met zijn drieën gaan stappen en zij was na afloop met Dennis meegegaan. Maar Adri verbaast zich erover dat Tonio toch eigenlijk een andere route heeft genomen dan voor de hand lag. Waarom heeft hij gedaan?

Adri en Mirjam geven toe aan de innerlijke drang om het ongeluk te reconstrueren. Het initiatief gaat daarbij uit van Adri. Ze gaan eerst naar de afdeling van de politie die de gegevens over het ongeluk heeft, maar veel uitsluitsel geeft dat niet. De auto van de dader is een rode Suzuki Swift. Dat is allemaal wel toevallig, want Adri is bezig met een roman over een liquidatie waarin een Suzuki Swift een rol speelt. Hij voelt zich door dat toevallige gegeven eigenlijk nog schuldiger. De bestuurder van de Suzuki is gecontroleerd en hij had op dat moment niet gedronken. Dat had Tonio overigens wel, volgens Dennis en Goscha, maar niet zoveel dat hij niet meer recht kon fietsen. Er zijn bovendien filmopnamen te zien van het ongeluk. De beveiligingscamera van het Holland Casino heeft de film opgenomen, maar ze zijn er nog niet aan toe om die beelden te zien.

Mirjam wil de foto’s achterhalen die Tonio van het bewuste meisje op de donderdag voor zijn dood heeft gemaakt. Jim zegt eerst zijn medewerking toe, maar als Mirjam hem nog eens vraagt, doet hij erg lullig, waardoor Mirjam teleurgesteld afhaakt. Vervolgens gaan ze nog een keer terug naar het AMC om met de trauma-arts te praten over de gevolgen van het ongeluk en hoe ze de opvang op Pinksterzondag hebben gevonden. Mirjam is erg benieuwd naar het feit of ze meteen in het ziekenhuis geweten hadden dat Tonio niet meer te redden was geweest en of ze daarom niet onnodig het lijden hebben gerekt.

Het meisje Jenny wordt opgespoord en ze maakt een afspraak om de door Tonio gemaakte foto’s te komen halen. Maar op het laatste moment zegt ze af vanwege longontsteking. De drank biedt in zo’n situatie weer uitkomst voor Adri en Mirjam. De laatste heeft het nog altijd erg moeilijk en haar moeder helpt haar niet echt, door steeds aan te kondigen dat ze er ook een einde aan wil maken en zich bij Tonio wil voegen. Op een dag maakt ze het zo bont dat ze zich voor een auto wil werpen. Mirjam neemt het haar heel kwalijk. Ze wil haar moeder helemaal niet meer bezoeken. Ze heeft ook een ingeworteld idee dat Adri toch nog nageslacht wil en dat hij haar zal verlaten als hij de kans ziet om aan een “tweede leg” bij een andere vrouw te beginnen. Adri oppert nog een keer de gedachte om haar in Italië een bijzondere behandeling voor oudere vrouwen te laten ondergaan (Mirjam is 50) maar ze komen er beiden achter dat een ander kind ook geen oplossing is. Adri ontkent hevig dat hij aan een “tweede leg” wil beginnen.

Het fotomeisje komt haar tweede afspraak wel na. Ze vertelt over de dag dat ze opnamen hadden gemaakt in het huis van Adri. Het was allemaal best goed gegaan, maar Tonio was toch ook wel wat verlegen geweest. Ze hadden eerst afgesproken om zaterdags daarna naar Paradiso te gaan, maar later had Tonio haar voorgesteld om naar een andere kroeg te gaan. Jenny hield niet van de muziek daar en ze kende bovendien de vrienden van Tonio niet. Daarom was de afspraak afgezegd. Ze had pas later gehoord dat Tonio overleden was. Ze neemt de foto’s nog niet mee, maar vraagt nog wel of ze nog een keer naar Tonio’s slaapkamer mag. Dat staan ze toe.

Ze willen verder gaan in de reconstructie van de Pinkstermorgen. Vraag is ook waar het grote horloge van Tonio is gebleven. Later wordt het gevonden op zijn kamer: de sluiting was al enkele maanden kapot. Mirjam laat het maken en draagt vanaf die dag het horloge van Tonio.
Ze horen via een letseladvocaat dat ze een claim zouden kunnen indienen tegen de chauffeur. Het is namelijk bewezen dat hij wat te hard heeft gereden (ongeveer 70 km waar 50 is toegestaan). Daartegenover staat dat Tonio teveel gedronken had (0.9 promille in zijn bloed). Beiden hadden niet echt goed opgelet, maar echt schuldig is er niemand. Adri en Mirjam willen niet de weg van een aanklacht op. Nauwgezet gaat Adri de laatste reis van Tonio na. Hoe is hij gereden? Wat heeft hij gedacht? Waarom is hij niet langs zijn ouders gereden? Heeft hij soms shoarma willen eten, waardoor hij een andere route heeft genomen? Daarmee creëert hij weer een schuldgevoel. Hij voelt zich ook schuldig aan het lot van Mirjam. Hij heeft haar versierd, hij heeft haar zwanger gemaakt, maar hij heeft haar ook met de dood opgescheept.

De kleine Tonio hield van mooie stenen. Die verzamelde hij graag. Adri kocht ze vaak voor hem als ze in het buitenland verbleven. Een dag na de verloren WK-finale van Nederland tegen Spanje kunnen ze de grafsteen op de begraafplaats bewonderen. Er staat een portret van Tonio op de steen en eindelijk ook zijn tweede naam Rotenstreich. De vader van Mirjam kan de aanblik nauwelijks verwerken. Wanneer ze het graf verlaten, heeft Adri het gevoel dat Tonio nu echt dood is. Vrijwel alles hebben ze gedaan om de reconstructie van het ongeluk compleet te maken. Adri merkt dat hij in het gewone leven ook steeds meer aan Tonio moet denken. Hij is in zijn hele denken en wezen aanwezig. Tonio is werkelijk overal. Adri noemt dit pantonionisme: het verschijnsel dat Tonio overal aanwezig is.

Alleen De Plek van het ongeluk (nabij het Vondelpark) hebben ze in die twee maanden na Pinksteren nog niet bezocht. Op de dag dat het Nederlands elftal in Amsterdam wordt gehuldigd vanwege de verloren finale tegen Spanje, wordt hun gevraagd met vrienden mee te varen. Ze stemmen ermee in, omdat ze nu van plan zijn in de buurt van de plaats van het ongeluk te komen, terwijl er zoveel andere mensen zijn waardoor ze niet zullen opvallen. Ze varen mee, gaan daarna van boord en Adri ziet dat Robin van Persie wordt geïnterviewd . Dat kan geen toeval zijn. Het is het jongetje dat ze in Frankrijk tijdens de vakantie hebben ontmoet. Op een opgenomen televisiebeeld zien ze later wat hij gezegd heeft over de gemiste kans van de finale. Adri denkt weer terug aan het stugge jongetje dat ze in Frankrijk hebben ontmoet en dat vrij ruig was. Nu komen de levens van Tonio en Robin weer samen. Wanneer ze naar de opnamen kijken, zegt Adri dat ze dan ook best naar de opnamen van het auto-ongeluk kunnen kijken. Beiden kijken ernaar. Ze zien hoe toevallig het ongeluk tot stand komt en dat de bestuurder uit zijn auto stapt om te bellen. Ook zien ze hoe de ambulances bij het ongeluk komen en later Tonio op de brancard afvoeren.

Adri wil het requiem afsluiten met een reportage van de zonsverduistering die ze een keer met Tonio in Frankrijk hadden bijgewoond. Hij had het beeld ook gebruikt voor een roman in de serie Homo Duplex. Tonio was halverwege de verduistering naar binnen gegaan. Dat deed hij wel vaker. Als hij ergens genoeg van had werd hij ongeduldig en stopte hij er gewoon mee.
Adri zegt dat hij het laatste woord aan Jenny wil geven. Wanneer ze bij haar laatste bezoek vraagt of ze de kamer van Tonio had mogen zien, was ze lang weggebleven. Toen ze terugkwam had ze gezegd, dat ze kamer niet was binnengelopen. “Ja, ik geloof echt dat de doden een bepaalde energie voor ons achterlaten”, is de zin waarmee Jenny het boek afsluit.

Mening
Over het boek Tonio heb ik eigenlijk verschillende meningen. Aan de ene kant kan ik me goed voorstellen dat het verschrikkelijk moet zijn om je kind te verliezen en te missen. Ik vind het ook mooi dat de schrijver, de vader van Tonio, dit boek voor zijn zoon geschreven heeft. Hij schreef dat hij pas verder kon als hij dit requiem gewijd aan Tonio geschreven had. Dat idee vind ik best begrijpelijk, en naar mijn mening is dat een mooie manier om met verdriet om te gaan. Toen ik net begon met lezen vond ik het ook heel interessant. Op bladzijde 3 zegt Adri over de naam van zijn zoon: “Ni. Een naam met een overwonnen ontkenning.” Over die woordkeuze heb ik nog wel eens nagedacht, want die vind ik heel mooi gevonden. Wat ook meteen bij me op kwam was de vraag waarom Tonio zijn vader bij zijn voornaam noemt, tegen zijn moeder zegt hij namelijk wel gewoon mama. Op bladzijde 591 komt van der Heijden daar nog eens op terug. Hij schrijft: vanaf dat hij praten kon, noemde Tonio me bij mijn voornaam. Een echte reden waarom wordt niet gegeven. Jammer, want nu blijft het voor altijd een open plek.
Eigenlijk wilde ik een ander boek van deze schrijver, namelijk Het leven uit een dag. Die leek me heel interessant maar was helaas onvindbaar in de bibliotheek. De volgende dag zou ik op vakantie gaan en omdat ik wel wat te lezen wou hebben ging ik op zoek naar andere boeken van dezelfde schrijver. Tonio was het enige boek van niveau 4, maar die 600 bladzijden schrokken me toch wel een beetje af. Uiteindelijk was het mijn moeder die me overhaalde om het toch te gaan lezen want zij had hem ook gelezen en volgens haar las je het zo uit. Dat bleek bij mij niet het geval te zijn. Ik moet namelijk ook toegeven dat ik het boek meestal behoorlijk saai vond. Het heeft meer dan 600 bladzijden en bestaat eigenlijk vooral uit herinneringen/details uit Tonio’s jeugd. Dat verklaart ook waarom die bovenstaande samenvatting zo lang is. Sommige herinneringen vond ik oninteressant, zoals op bladzijde 220 waar het gaat over de katten. Dat kon me niet echt boeien, maar er is bijna een heel hoofdstuk aan gewijd. Op sommige momenten was ik daarom ook niet echt actief aan het lezen. Daar bedoel ik mee dat ik er gewoon overheen las waardoor ik regelmatig vergat wat ik zojuist gelezen had. Ik vergat ook wel eens dat dit waargebeurd was. Dan was er weer zo’n hoofdstuk vol nutteloze details die me niet echt konden schelen en las ik maar gewoon door, want ik moest toch die 600 bladzijden uitlezen. Bovendien was het soms best verwarrend door alle herinneringen die ervoor zorgden dat je terug in de tijd ging. Op sommige momenten wist ik niet eens meer of dat wat ik aan het lezen was nou voor of na Tonio’s dood was. Op bladzijde 443 en 444 stond opeens in een paar zinnen wat ik de afgelopen 400 bladzijden gelezen had, alleen dan zonder alle details. Op zich had ik ook gewoon die twee bladzijden kunnen lezen om het verhaal te snappen. Er kwamen ook steeds dingen terug. Ik heb namelijk wel 5 keer gelezen dat oma Wies dood wil en dat de drank Adri en Mirjam niet meer smaakte. Steeds hetzelfde lezen vond ik ook nogal saai.
De stukken waarin Adri erachter wilde komen wat er precies gebeurd was vond ik wel leuk. Dat vond ik dan nog wel spannend, maar eigenlijk viel dat ook wat tegen. Ik hoopte op een spannende plottwist maar die kwam niet. Tonio was eigenlijk gewoon heel lullig aan zijn eind gekomen.
Ik ben er door dit boek ook wel weer achter gekomen dat ik meer van fictie houd. Dat is naar mijn mening meestal veel minder saai.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten