Arthur Japin
Samenvatting
Het boek vertelt het verhaal van Giacomo Casanova en wordt verteld door zijn eerste liefde, Lucia. Terwijl zij springt tussen het heden en het verleden, vertelt zij haar verhaal, het verhaal dat Casanova zelf nooit zal kennen. Haar jeugd brengt Lucia door op het vredige platteland Pasiano van Noord-Italië. Nooit heeft zij zorgen en altijd kan zij rustig rondfladderen in de natuur. Dan komen de voorbereidingen van het huwelijk van de dochter van de gravin, Adriana, eraan. De gravin is de eigenaresse van het landgoed waar Lucia werkt. Lucia is de dochter van twee bedienden, die al geruime tijd in dienst zijn van de gravin. De gravin ziet Lucia als familie en gaat erg vertrouwd met haar om. Als de genodigden voor het groots huwelijk aankomen, valt Lucia’s blik meteen op twee jongemannen. De gebroeders Francesco en Giacomo Casanova spreken haar meteen aan. Vooral Giacomo, dus zorgt zij er met een list voor dat hij een vertrek dicht bij dat van haar krijgt. Zo brengt zij hem iedere morgen zijn eten en brengt zij veel tijd door op zijn kamer of bij hem in bed. Maar Giacomo vindt haar nog te jong om het echte genot te kunnen beleven, dus onthoudt hij zich van het liefdesspel. Dan moet hij weer gaan, maar spreken zij af elkaar eeuwig trouw te zijn. Hij zal na een halfjaar terugkomen en dan zullen zij trouwen. Zij zullen samen een gelukkig leven opbouwen in Venetië en alles zal mooi zijn.
Terwijl Lucia de terugkomst van haar geliefde afwacht, krijgt ze privéles van monsieur De Pompignac, de voormalige leraar van de dochter van de gravin. Hij leert Lucia alles over literatuur, talen en etiquette. Als monsieur De Pompignac gegrepen wordt door de in Venetië heersende ziekte (pokken), is Lucia de enige die hem mag verzorgen totdat hij uiteindelijk overlijdt. Op de dag van de begrafenis draagt ze kleding die hij haar schonk, maar wordt daardoor zelf ook ziek. Na drie weken ontwaakt ze uit een soort coma (terwijl ze eigenlijk op het punt van sterven stond) en ontdekt dat haar gezicht totaal verminkt is door het openkrabben van de zweren. De rest van haar lichaam is gespaard gebleven omdat Lucia haar moeder had gevraagd haar vast te binden zodat ze niet kon krabben. Lucia overleeft, maar de schade is enorm: haar gezicht is voor altijd ontsierd door afzichtelijke littekens. Lucia wil dolgraag trouwen met Giacomo, maar ze wil hem de vernedering van een lelijke echtgenote niet aandoen: zijzelf, maar ook haar man zal door haar lelijkheid nooit geaccepteerd worden in de societykringen van Venetië. Omwille van Giacomo’s geluk liegt Lucia bij zijn terugkomst dat ze er met een dienstbode vandoor is gegaan. Ze maakt gebruik van de avances van graaf Antonio en gaat met hem naar bed in ruil voor geld. Zonder veel bagage verlaat ze het landgoed waar ze opgroeide en reist door Zuid-Italië. Uiteindelijk settelt ze zich in Bologna, waar ze vanwege haar gezicht vernederd en gevreesd wordt; hiervoor leert ze zich echter af te sluiten. Na vele korte betrekkingen wordt ze huishoudster bij een rijk echtpaar, werkzaam in de anatomiewetenschap. Haar meesteres, signora Manzolini, is zeer feministisch en krijgt dagelijks bezoek van vrouwen die samen discussiëren over ethische zaken.
De Franse gravin Zélide toont speciale interesse in Lucia en bestempelt haar lelijkheid als een gebrek waar ze gebruik van kan maken. Lucia noemt zichzelf inmiddels Galathée de Pompignac. Zélide vraagt haar om als haar secretaris mee te reizen naar Napels. Lucia stemt toe, ondanks dat ze Zélides passie voor archeologie niet deelt. In Napels vinden ze een ondergrondse stad. Lucia beleeft hier in Napels haar eerste kater en laat de broers Vanuti van haar lichaam gebruik maken. Daarna reist ze met Zélide naar Venetië, ofwel de thuishaven van Giacomo. Lucia onttrekt zich aan alle aandacht: pas in de periode dat iedereen gemaskerd door de stad gaat, treedt zij in het openbaar en vraagt naar haar geliefde, zonder haar identiteit te onthullen. Ze hoort van zijn broer Fransesco dat Giacomo in Turkije is om zijn geluk te beproeven en er vele minnaressen doorheen jaagt. Fransesco lijkt Lucia te herkennen, hoewel Lucia niets laat merken. Zélide blijkt erg ziek te zijn en Lucia is de enige die haar mag verzorgen. In de laatste periode van haar leven wordt Zélide steeds afstandelijker en heeft ze alleen nog oog voor haar wetenschappelijke experimenten. Na haar dood vertrekt Lucia naar het rijke Amsterdam. Het is dan 1749.
Lucia herinnert zich hoe zij in Amsterdam arriveerde en door haar lelijkheid en vrouw-zijn nergens werk kon krijgen. Nadat een professor haar betaalt voor tentoonstelling van haar verminkte lichaam, wordt ze prostituee. Na een korte tijd bij een pooier koopt ze zich vrij en wordt een meer verfijnde prostituee in het speelhuis, waar ze genoeg verdient om beter voor zichzelf te zorgen. Na een poos ontmoet Lucia de intelligente meneer Texira, die haar gratis onderdak en onderhoud geeft in ruil voor geanimeerde gesprekken over filosofie en literatuur, en zo af en toe een nacht samen. Hij en zijn vriend (die hetzelfde doet met een ander meisje, Danne/Danae genaamd) blijken joods te zijn. Drie dagen nadat Lucia dit ontdekt, worden ze alle vier gearresteerd wegens seksuele omgang tussen joden en christenen. Na anderhalve week opsluiting wordt Lucia veroordeeld tot twee jaar in het spinhuis. Lucia krijgt van de vrijgekomen Texira geld en trekt samen met Danne/Danae in een appartement, levend van de prostitutie. Ze krijgt vaste klanten op vaste dagen van de week, maar blijft naar Giacomo verlangen. Op een donderdagavond spreekt Lucia in Amsterdam af met haar vriend Jamieson, maar omdat hij heeft afgezegd vaart ze met de boot door de grachten. Daar vallen haar twee mannen op, Jan Rijgerbos en monsieur le Chevalier de Seingalt.
Op een andere donderdagavond neemt Jamieson Lucia tot haar verrassing en afgrijzen echter mee naar het spinhuis, waar prostituees gestraft worden door aan het spinnewiel gezet te worden, voor het oog van pestend publiek. Tussen deze vrouwen is er één die Galathée lijkt te herkennen en haar ruw vastgrijpt terwijl ze tekeer gaat – ook zij is in haar gezicht verminkt en ze slaagt erin de sluier van Lucia’s gezicht te verwijderen zodat haar nog altijd lelijke gezicht zichtbaar wordt. Lucia wordt zich ervan bewust dat monsieur Seingalt en haar Giacomo één en dezelfde zijn, maar dat Seingalt zich niet bewust is van haar identiteit. Ze schrijft Giacomo een brief waarin ze hem toestemming geeft haar het hof te maken om te zien of hij werkelijk nooit het hart van een vrouw breekt, zoals hijzelf beloofde. In antwoord op de brief die Lucia hem stuurde, nodigt Giacomo haar uit voor een toneelvoorstelling. Lucia weet zich niet goed te gedragen en piekert over wat ze moet doen: haar ware identiteit blootgeven of hem in de waan laten van Galathée de Pompignac? Tijdens een diner na de voorstelling discussiëren de twee over de liefde en jeugd en het is voor Lucia duidelijk dat Giacomo niet meer dezelfde is. Uiteindelijk bedenkt zij een geniaal plan; ze schrijft hem als de vrouw met de sluier een brief waarin ze zijn weddenschap aanneemt en hij haar voor zich mag winnen. Een week lang hebben ze geweldige seks en voelt zij zich helemaal goed. Maar dan moet zij uiteindelijk toch op de een of andere manier haar verhaal kwijt. Zij schrijft hem nog een brief, waarin zij vertelt dat ze weet wie Lucia is en dat hij haar kan zien bij een hoerenhuis in de stad. Hij gaat erheen en zij is daar, zonder sluier. Het verband tussen Lucia en de vrouw met de sluier kent hij niet en zal hij ook nooit ontdekken. Hij vindt Lucia weerzinwekkend en voelt zich schuldig dat zij terecht is gekomen in zo’n milieu. Zij wil niet dat hij zich schuldig voelt en geeft zichzelf de schuld. Ze zegt hem dat als ze echt van hem zou hebben gehouden, zij nooit uit elkaar zouden zijn gegaan. Hij vertrekt en schrijft nog een brief aan de vrouw met de sluier. Dat hij Lucia liever niet had gezien en dat zij de weddenschap gewonnen heeft. Hij geeft haar geld en vertrekt naar Parijs.
Ondertussen is Lucia zwanger, ofwel van Giacomo, ofwel van Jamieson, en heeft een onzekere toekomst voor zich. Met kind zal zij niet kunnen prostitueren en de enige die haar zekerheid kan bieden is meneer Jamieson. Hij is al tijden lang gek van haar en hij is eveneens haar enige klant die weet hoe ze er werkelijk uitziet zonder sluier. Lucia besluit op het laatste moment alsnog met hem mee te gaan naar Amerika en krijgt uiteindelijk na haar eerste kind, Jacob, nog twee kinderen van hem. Hiermee eindigt het boek en zijn de twee geliefden voor altijd uit elkaars armen gedreven.
Mening
Voor dit boek heb ik zoveel woorden, maar tegelijkertijd kan ik het heel goed beschrijven in 1 woord. Dit is een woord dat echter ook in de titel voorkomt, namelijk: schitterend. Vanaf het moment dat ik de flaptekst las was ik geboeid. Er kwamen meteen zoveel vragen bij me op. Waarom verdwijnt Lucia, waarom draagt ze een sluier, wat gebeurt er met Giacomo en hoe loopt het af? Als ik niet om 3 uur in de middag was begonnen met lezen, maar om 10 uur s’ochtends had ik het diezelfde dag nog uit gelezen. Wat ik interessant vond was dat het verhaal zich in een andere tijd afspeelt. Hierdoor kon ik even ontsnappen aan de tijd waar wij nu in leven, en dat vond ik heerlijk. Ik vond het enorm boeiend om te lezen hoe mensen zich gedroegen in die tijd en wat normaal was voor hun. Daarnaast herkende ik veel dingen uit het boek in dingen die ik op school heb geleerd. Lucia benoemt bijvoorbeeld dat de welvarende tijden van Amsterdam voorbij zijn, wat komt omdat de 17e eeuw, de gouden eeuw, voorbij was. Ik moet wel zeggen dat het begin moeilijk was om door te komen. Dat kwam omdat het nog niet helemaal duidelijk was vanuit wie ik het verhaal las en wat de situatie was. Dit werd na een paar bladzijden gelukkig wel beter. Het klinkt misschien gek, maar dit verhaal deed me een beetje denken aan een sprookje, en ik houd van sprookjes. Ik weet eigenlijk niet waarom dit zo was. Ik denk omdat het leven van Lucia op Pasiano voor mij zo onwerkelijk en onwaarschijnlijk leek. Het werd beschreven als een perfect zorgeloos (liefdes)leven dat ieder meisje-meisje zou willen, en dat vond ik prachtig. De schrijfstijl van Arthur Japin was zo gedetailleerd waardoor het voor mijn gevoel bijna magisch was. Kenmerkend voor een sprookje is dat het altijd goed komt, ongeacht de problemen die er zijn. Dat hoopte ik ook zo voor dit boek. Ik wilde heel graag dat Lucia haar ware identiteit aan Giacomo zou tonen en dat ze verder gelukkig samen zouden leven. Het einde haalde me echter uit het sprookjesgevoel. Lucia en Giacomo raakten elkaar opnieuw kwijt en dat vond ik ontzettend jammer, maar daar vind ik het boek niet minder om. Het einde wekte eigenlijk alleen maar meer interesse op, omdat ik er toen achter kwam dat het is geïnspireerd op personen die werkelijk in die tijd hebben geleefd. Giacomo Casanova was een beroemde 18e-eeuwse avonturier en stond bekend als vrouwenversierder en Lucy Jamieson heeft ook echt bestaan. Of deze twee personen echt een relatie hebben gehad en of het boek waargebeurd is weet ik niet, maar ik geloof het niet. Wat ik ook wel interessant vond was dat de schrijver een toneelstuk van Jacques Japin, een naamgenoot, heeft gebruikt. Waarschijnlijk zijn hij en de schrijver verre familie van elkaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten